In een (naar later zou blijken ‘schijnheilig’) avondzonnetje begroeten we in het bijzonder Henk die kennis en ook weer afscheid van Cor heeft genomen, Martin die zich meldt voor zijn eerste trainingsavond van 2021 en Hester die haar vader dit seizoen voorafgaat. De avond begint met een staartdeling: 13 gedeeld door 4 = 3, 1 overhouden, delen door 3 = een stukkie SOW-er. Met die uitkomst splitsten we ons derhalve in 4 groepen: 3×3 en 1×4. Hierbij het ritverslag van het enige kwartet deze avond.
Reeds op de Hoogeveenseweg duiken we op initiatief van patron JV veilig in elkaars wiel, de wind waait immers onbarmhartig. We worden ingehaald door een triotreintje dat er zo te zien aardig de sokken in heeft. Iets van de glorie van de begenadigde SOW-ers straalt – zo realiseren wij ons – ook op ons af doordat wij in precies dezelfde tenuetjes door de regio mogen rijden.
In het Bentwoud verdwijnt het trio langzaam maar zeker uit ons zicht. Ter hoogte van het hondenlosloopgebied schiet een Terriër uit de startblokken als hij ons voorbij ziet komen. Honderden meters rent hij luid blaffend ons vooruit, telkens omkijkend of we hem bij kunnen houden. Gelukkig zijn wij van het witte blafmonstertje gescheiden door een hek, zodat ons een fysieke aanvaring als met CvE elders deze avond bespaard blijft. De driftkikker op zijn korte pootjes komt pas tot stilstand als hij zich realiseert dat zijn baasje ver uit het zicht is geraakt. Naar verluid zijn ze elkaar nog aan het zoeken.
We blijven vanwege de wind netjes kop over kop rijden, hetgeen westwaarts langs de A12 de enig juiste aanpak blijkt. Jeroen ziet als eerste
De Bui al hangen. Boven Den Haag vormt zich een donkere wolk die overduidelijk het nodige aan nattigheid loslaten wil. Het wordt merkbaar kouder en de wind neemt verder toe. Nabij Nootdorp breekt het Noodweer los. Hagelstenen die ons geselen, met name de delen die onbedekt zijn zoals gezicht, handen en … de blote benen van Erwin! We stoppen in het eerste tunneltje dat we tegenkomen, maar het is er zo tochtig dat we kiezen voor drijfnat boven steenkoud. Maar eenmaal uit onze schuilplaats gekomen gaan de hemelsluizen volledig open en is het sprinten naar het volgende tunneltje. Die vinden we onder de A12 bij Nootdorp. Rillend van de kou zien we hoe de hagelslag buiten de tunnel op de straten stuitert. Het kille wachten wordt verzacht door muziek die klinkt uit een de tunnel binnengereden scootmobiel. De klanken van Doe Maar’s “Alles gaat voorbij” klinkt hoopvol door de tunnel, dat indrukwekkend als een ware klankkast functioneert.
Zodra de hagel veranderd is in stevige regen besluiten we huiswaarts te keren. Via de kortst mogelijk weg, ook als dat betekent dat dat er op Strava nogal fantasieloos uitziet. Jeroen nestelt zich langs de A12 op kop die de rest op sleeptouw neemt. Door plassen en rivieren duwen we ons met groot verzet door de slagregens. Het windje hebben we mee, maar dan heb je het wel gehad. We rijden, tot de draad toe nat, gedisciplineerd kop over kop, de ene kop wat meer dan de andere kop. In de bocht bij Benthuizen dendert hetzelfde trio als eerder op de avond ons net voor de Hoogeveenseweg in. Jeroen kan de verleiding niet weerstaan om bij hen aansluiting te vinden, maar na zich even bij kopman JvE gemeld te hebben, laat hij zich toch weer terugzakken tot in zijn kwartet. Met een lichaamstemperatuur van ver onder normaal en afstervende vingers en tenen, buffelen we met de Boskoopse Water-toren in zicht, door. Jeroen maakt er – met een onbekend wielerduo als lokaas – een lange sprint van. Naar zijn zeggen heet dat een ‘leadout’ maar het gaat met zoveel macht gepaard dat geen enkele ploeggenoot er overheen kan om de sprint af te maken. We bedanken elkaar voor het Samen beleefde natte en koude avontuur, om thuis snel onder warme nattigheid te stappen.
Uw verslaggever ter plaatse: Hans van Eck