Hoe heerlijk om donderdagmorgen wakker te worden en te genieten van het idee aan de trainingsrit die voor die avond in de agenda staat. Een fijn vooruitzicht, de gehele dag voorpret. Maar onzekerheid over wat het weer ons toelaat, ontneemt ons dit keer helaas de donderdagse pré-lol. In plaats van dagdromen wordt er die dag meerdere malen op buienradar gekeken, diverse meteo-apps geraadpleegd en aandachtig naar weermannen (-/vrouwen) geluisterd. Zelfs eenmaal op de fiets is niets nog zeker, zeker niet als rNee bij aankomst op het gemeenteplein zich afvraagt of “het allemaal wel zo verstandig is”. Pas als de zesmansformatie zich richting watertoren in beweging zet, weet je: ja, we gaan weer een sow-training beleven!
Op het gemeenteplein vergapen we ons aan wat zich er tussen Henks benen bevindt: een mat/glanzende gouden bike! Hij is zichtbaar verguld met zijn gouden aanwinst, en terecht. Voorzien van alle laatste technische snuffen, zelfs een nieuw klokkie met goed leesbare display. Hij gaat er zijn eerste meters mee rijden, wel spijtig dat dit onder deze dreigende omstandigheden moet gebeuren.
Omdat de opkomst ons noopt tot splitsen, gaan we deze avond met twee zestallen Op Weg. Bij uitzondering wordt reeds ten kantore van notaris Van Eck de hussel verricht, zodat tijdig duidelijk is welke renners het voordeel mogen smaken van een kwartiertje eerder vertrek. Groep 1845 zou onder leiding van RL CvE eerst westwaarts rijden “om de bui achter hun ruggen eerst op te laten drogen”. We gaan in hun Reelaas lezen of dat gelukt is. De theorie die groep 1900 hanteerde, hield rekening met de baan van de bui. Zuidwestwaarts gaan leek hen de grootste kans te bieden op een droog pak. Aldus werd democratisch besloten, en zo trokken zij achter RL JvE aan het Bentwoud in.
Het kopwerk werd redelijk verdeeld, in de zin van dat er telkens een ander naast JvE kwam te rijden. De RL van dienst verstond zijn taak meer dan voorbeeldig en hij week de gehele avond geen meter van zijn koppositie. Zo knapte hij veel vuil werk op, hoewel je bij nat wegdek juist voorop rijdend feitelijk het minste opspattend vuil scoort. Slim. (Maar je moet het ook wel kunnen.)
Vanwege een tijdelijke omleiding werd op een geheel nieuwe manier de Rottekade bereikt, waar het beuken was tegen de forse wind in. Maar de groep bleef een groep en reed ondanks de onstuimige omstandigheden een mooi strak tempo. Rijdend op het zogeheten Moerkapellepad dwars door de natte ZuidPlas reden we de onvermijdelijke stortbui in. Grote druppels regenwater spatten op onze helmen en ruggen uiteen, om in natte sporen via onze zeempjes langs onze benen en voeten te glijden. Kletsnat schuilen we heel even onder een viaduct waar René zijn regenpak pakt. Om niet teveel tijd te verkwisten rijden we toch weer weg uit onze schuilplaats om in verzopen toestand de Coenecoopbrug te bedwingen. Daar nemen we afscheid van TK die daar afslaat richting een lekker warm bakkie thee thuis. Ook hij reed een sterke avond met een welgeslaagde hoogtestage in de benen.
Langs de Henegouwerweg donkert het al aardig en merken we dat de bui zich aan het uitschudden is. De laatste druppels voelen we echter niet eens meer. AvH vergezelt onze kopman annEcks RL en samen houden die twee voor lange tijd het tempo erin. Als we Boskoop (en daarmee heerlijk warme douches) zien liggen, zien we hoe de RL ons rechtsaf dirigeert voor nog een extra lus. Nu het droog is kan er nog wel een omloopje bij, moet hij gedacht hebben, en zo geschiedde. We rijden oostelijk van Boskoop en pakken nog wat tegenwind op de Insteek. Het is daar dat we rNee horen zuchten over “plots een extra lus”, “mij niks gevraagd” en “vond het eigenlijk wel welletjes zo”. Opmerkelijk want hij had onderweg juist zo’n goede indruk gemaakt. Als we door de fraai gerenoveerde Biezen rijden, nemen we van hem afscheid en rijden de vier westerlingen hun laatste meters van de avond over notabene kurkdroge (!) Boskoopse straten. We wachten nog even voor de hefbrug om vervolgens ons eigen thuis op te zoeken. We stappen lekker onder de douche, behalve Henk. Die föhnt eerst zijn fiets droog.
Uw verslaggever ter plaatse: Hans van Eck