SOWeekend
vrijdag 19 september 2025

Een schilderprachtig weekend

Veertien SOW-ers rijden op een vroege vrijdagmorgen verwachtingsvol richting Luxemburg. De verblijfslocatie is van welbekende kwaliteit, het najaarsweer voelt als voorjaar en de te rijden routes zijn om van te smullen. Gedurende het weekend zou ook nog eens blijken dat de groep supergezellig is en de omgeving waar we doorheen fietsen schilderachtig.

Drentse Dennis was als eerste gearriveerd (hem was de Master Bedroom gegund en annexeeerde die prompt), kort daarna volgden de andere wagens uit Boskoop en Staphorst, waaronder het bStuur in hun ‘Airforce kOen’. De SOW-ers hadden elkaar onderweg nog ontmoet bij tankstation Eijsden voor een geSamenlijk bakkie koffie, alwaar Christian en Thomas nogal naar uien roken. Eenmaal in Scheidgen aangekomen verdeelden we ons over de nog beschikbare kamers, er was ruimte genoeg. Opmerkelijk genoeg kropen alle twintigers lekker bij elkaar op een kamer, maar ach, dan geldt hetgeen er klonk: “Als de jeugd dat deugd doet, geeft dat ons allen weer vreugd”.

De tijdens de autorit verstrekte teamindeling werd braaf opgevolgd, zodat er met het ontstaan van een A- en een B-ploeg ook per omslag enige gezonde rivaliteit ontstond. Omdat naar traditie pas zaterdag de tenuedag is, verzamelden zich op deze vrijdag een bont gezelschap in de woonkamer die nu een wachtkamer werd. Met koppen vol spanning en verwachting werd het tijdstip afgewacht waarop we los mochten. Het deed Dennis zich bij Tim afvragen of deze er ook zo tegenop zag.

Uitspraak van de week
18, Dennis, Nederhoff, DN, dn, Dennis Nederhoff, nederhoff@gmail.com, , 2022-02-28 19:27:55, , Avatar foto

"Zie jij er ook zo tegenop?"

Dennis lucht zijn hart bij Tim

Rond twaalven vertrok team A, niet voordat het klokkie van Gerard voorzien was van de navigatie en op scherp was gezet. Team B vertrok een kwartiertje later, met Thijs in de gelederen die zijn reisgenoten in het nabij gelegen Consdorf wees op zijn verlovingsplekje. Naar verluid zou Hester er indertijd “ja” hebben geantwoord.

Wat zou volgen was een puike route, bedacht door de gebroeders JvE en CvE. Reeds in Mersch (25 km na de start) werd er met de A- en B-groep elk aan een tafel gelunchd. Vreemd genoeg kreeg de later gearriveerde B-ploeg als eerste geserveerd, ze zagen er kennelijk het meest hongerig uit. In elk geval toonde Tims voorhoofd de meeste zweetdruppels, ondanks dat Bob de parasol nog zo vakkundig had uitgezet.

In gehusselde formatie werd de tocht voortgezet, en kregen we klimmetjes voor de kiezen met buitennissige namen als Hougerlicht, Nommerbierg en Bourglinster. Tot dan toe volstrekt onbekend, maar dankzij de introductie door de inventieve gebroeders sinds dit weekend onvergetelijk. Absoluut het bezoeken waard, al dachten we er daar onderweg wel eens anders over. De ‘Chemin de Steinsel’ was er ook zo eentje, die bleek al doende op twee manieren te bedwingen te zijn. Hans en Gerard reden onbedoeld de langere en meest ingewikkelde versie en troffen hun ploegmaten uitrustend op een bankje onderaan een solitaire eik aan.

Het slot van dag 1 was eenvoudig: lekker over een voormalig spoortraject zonder al te veel klimwerk. En zo arriveerden we allemaal tevreden ‘thuis’.

 

Statistieken van dag 1:

Afstand: 85  |  Moyenne: 26,5  |  Max: 69,6

Route: zie kaartje hier direct onder.

Na een voortreffelijk bereide rijst- dan wel pastamaaltijd, tracteerde de voorzitter ons vrijdagavond op een Pubquiz. Het was leerzaam, zo weten we sindsdien dat de eerste Tour dateert uit 1903 (en niet uit 1912), dat Joop in 1980 de Tour won en dat Raas best wel op Knetemann lijkt. Talentvolle teams als de ‘Chasse Patates’ en de ‘Standaarddrinkers’ werden afgetroefd door de ‘Mongolenwaaiers’, die – zonder de andere drie teamleden tekort te doen – profiteerden van de parate wielerkennis van Martin. Wielersnoep en een bekertjetjetje was hun verdiende deel.

Langzaam maar zeker werden de korte bedjes opgezocht, waar de een wat beter dan de ander in slaap viel.

De volgende morgen herschikten de A’s en B’s zich weer volgens het opgegeven schema. Buiten werd er op het getrapte bordes nog een geüniformeerde groepsfoto gemaakt alsof er geen A en B bestond. We mochten beginnen met een afdaling richting Echternach waarop een werkelijk schitterend traject volgde. Het frisse groen beschenen door een zon aan de strakblauwe hemel, zorgde voor een aaneenschakeling van wonderschone schilderijtjes. Een olieverfschilderij van een prachtig stilleven, waar enkel de voort zwoegende SOW-ers voor wat beweging zorgde. Op één renner na dan, die ging zelfs nog trager dan de verf opdroogt.

De Kräizerbierg, “het zegt u hoogstwaarschijnlijk niets, maar het is waar ik herboren ben”, zou Wim Sonneveld zingen, maar het is werkelijk een plaatje van een klim. Pijnlijk, dat zeker, maar ook schilderachtig, zeker als de zon vrij spel heeft om het zo royaal te beschijnen.

We kwamen vervolgens te rijden op een fietspad langs de Sure, een snelstromende rivier waarvan we alle gelegenheid kregen om het te bewonderen. Want het was daar dat Martin lek reed en het nog verdraaid lastig bleek om de band te verwisselen. Toen het (wie anders dan) Christian eindelijk lukte om het taaie rubber in de velg te krijgen, bleek er na enkele kilometers rijden een hinderlijke bobbel bij ingestopt te zijn. Wederom volgde er door onze kundige mecanicien een uitgebreide Ecksersitie, die er tenslotte voor zorgde dat Martin alsnog bobbelloos verder kon. We hadden toen zeker drie kwartier van de Sure staan genieten.

Nog geen kilometer verder kukelde Gerard om op een stuk onverhard fietspad, een voorval dat aanvankelijk zonder verdere gevolgen leek. Maar in de eerstvolgende klim (de Bocksberg) liep zijn derailleur vast. En toen onze mechanieker zich erover wilde ontfermen, stond deze er plots mee in zijn hand. Gerard overzag in al zijn positiviteit niet wat dit voor hem betekende, tot hij uiteindelijk aarzelend inzag dat hier zijn fietsweekend eindigde. De bezemwagen werd gebeld zodat chauffeur Dennis (die reeds geblesseerd aan het weekend was begonnen) de onfortuinlijke Gerard en zijn fiets oppikte. Gerard werd door Dennis tot onder de douche gebracht, waarna de bezemwagen wederom in actie kon komen omdat Hans onder de ontstane tijdsdruk niet langer de vertragende factor wilde zijn. Zijn aloude revival bleef uit en hij was nog slechts wielrenner omdat Thomas bereid was zich duwend 500 wattjes te trainen. In Senningerberg (alwaar de profs een tijdrit reden in het kader van de Ronde van Luxemburg) werd er Italiaans gelunchd en werd er met volle pasta- dan wel pizzamagen opvolgende klimmetjes verorberd. In Luxemburg stad werd de befaamde Montée du Grund beklommen, een 400 meter lange keienklim die je zo de binnenstad van het Groothertogdom invoert. De bezemwagen met Dennis, Gerard en Hans arriveerde te laat omdat zij in het stadscentrum terecht was gekomen in een pro-Palestijnse demonstratie.

Foto’s namen de beide teams dan maar zelf, onder meer vanuit de panoramalift die hen vanuit het hooggelegen stadscentrum weer naar beneden bracht.

Omdat er door alle oponthoud veel tijd was verloren was er vakkundig geknipt in de oospronkelijke route. Deze voerde nu langs Junglinster wat directer richting ‘huisje’. Dat schoot tenminste op, hoewel nu Bob problemen ondervond met een lekke voorband. De bezemwagen bracht gelukkig een oplossing, want Bob kon verder met het voorwiel van Hans. Onderwijl waren de snelste SOW-ers al vooruitgesneld en kwamen net na de bezemwagen weer in Scheidgen aan. Dennis zou ondertussen het 4 jaar oude lokale trajectrecord hebben afgesnoept van Thomas, maar de prestatie bleef omhuld met louter twijfels: was dit niet per auto gedaan?

Toen ook de tweede groep het bordes weer opklom, waren we nog altijd keurig op tijd voor het avondeten. Klokslag zeven uur meldden we ons bij ‘Lakeside’ waar we onze reeds in Nederland bestelde maaltijden nuttigden. We zegden Koen gedag die des anderen daags afscheid zou zwaaien als ouderling. Wij begonnen alvast met zwaaien naar onze voorzitter.

De olieverfschilderijtjes van een dag eerder bleken op zondag verworden te zijn tot verregende waterverftekeningen. Natte zeikregen met een temperatuur die geen 28 doch slechts de helft aan graden aantikte. Kortom: het fietsweekend zat erop. We ontbeten in alle rust, ruimden onze spullen op zonder verdere tijdsdruk, speelden nog een potje tafelvoetbal of tafeltennis en verzamelden ons in de woonkamer voor een slotzitting. Hierbij werd de SOWisselbokaal overhandigd aan de loyale Christian voor zijn verdiensten als fotograaf, mecanicien en routebedenker. Een oeuvreprijs, zo zei de sEckretaris, maar dan in de hoop en verwachting dat CvE nog lang met ons mee zal draaien.

Onderuit hangend op de luizittende banken zien we allen om ons heen kijkend dertien andere toppers. Koen is dan weliswaar al naar huis, maar we hebben genoten van zijn voorzitterschap en zijn leidinggevende skills die zelfs verder reiken dan zijn adviserende talenten. Martin die alleen maar beter gaat rijden naarmate de jaren vorderen, hoe knap! Gerard die de belichaming is van ‘positivity’, een verrijking voor de ploeg. We waarderen Eelco om zijn huishoudelijke inbreng, maar ook om zijn onderweg getoonde leiding. En wat een kilometers heeft hij SMC al gefietst dit jaar! We zijn blij met Christian om wat hij inbrengt in de ploeg, zoveel meer dan enkel de dingen waarvoor hij de beker kreeg. We genieten van Dennis en zijn onophoudelijke stroom aan practical jokes, we verdenken hem er zelfs van dat hij helemaal geen knieblessure had maar gewoon zin had om te bezemen. We bewonderen Erwin om zijn niet aflatende tred en het fanatisme dat hij ook ten toon spreidt met een spelletje kaarten. Ook Hans waarderen we om zijn beheerderstaken en bewonderen zijn op de proef gestelde geduld dat hij bij het klimmen betracht. We lachen om Tim zoals hij Tim is, zo is er maar één! De SOW mag zich gelukkig prijzen met Thomas, nooit vies om zich ondanks zijn favorietenrol ook achterin het peloton te begeven waar ach ach zo geleden wordt. En wat te denken van Thijs, die niet alleen talent heeft om hard te fietsen maar ook een begenadigd en warm interviewer is bij gesprekken over wat anderen zoal beweegt. En sinds enkele jaren zijn we blij met Bob dat hij zijn zoon Mathijs heeft geïntroduceerd. Bob de onverzettelijke en Mathijs de onverstoorbare, boertjes die je er wel bij kunt hebben! En we vergapen ons aan Jurriën, die zo vele kilometers bijeen weet te trainen, en begenadigd routemaker is en met zijn analytische blik op de groep(sleden) altijd en overal een waardevolle inbreng heeft.
En zo kijken we rond en realiseren we ons wederom wat een mooi gezelschap renners we om ons heen hebben. En dan vergeten we ook niet die SOW-ers die dit jaar niet mee konden fietsen, maar die we er graag bij hadden gehad. Ook stuk voor stuk lieden die de SOW maken tot wat SOW is geworden!

Bijtijds verlaten we het gristelijke onderkomen en doen onderweg zowel goedkope tankstations aan als de Mac bij de Geusselt. Daar nemen we afscheid van elkaar, ons ervan bewust dat we figuranten waren geweest van een levend schilderij. Een SOWeekend om in te lijsten!

Uw verslaggever ter plaatse: Hans van Eck