Bergse Bos
donderdag 4 april 2024

Kolderieke trainingsstart

Op de vierde van de vierde, waarop ‘us Martin’ zijn geboortedag vierde, vierde de SOW-formatie haar eerste reguliere trainingsavond van het jaar. Helemaal regulier werd het echter niet, hetgeen de openingsfoto reeds verraadt. Renners die met de benen aan de grond staan, oei, daar is wat aan voorafgegaan. We lezen maar snel door zodat we het krijgen opgehelderd.

Dankzij een polletje wisten we precies wie we op het Gemeenteplein verwachten konden. rNee kwam daarbij een keuze-optie tekort want hij bleek de SOWmertijd (d.i. de klok een kwartier vooruit) helaas niet te halen. En omdat Jurriën zijn aanmelding vanwege fitheidsklachten op het laatste moment had moeten intrekken, reden we met de maximaal haalbare groepsgrootte (lees: negen) het centrum van Boskoop uit. Routeleider CvE had ons zijn beoogde bestemming (‘Bergse Bos’) reeds doorgegeven, dus het was geen verrassing dat we door het Bentwoud de westen tegenwind te trotseren hadden. Het was zeer welkom dat we genoeg ruggen hadden om om en om achter te schuilen.

 

Uitspraak van de week
20, Henk, Senneker, HS, hs, Henk Senneker, h.senneker@ziggo.nl, , 2022-02-28 19:27:55, , Avatar foto

“Mag ik je complimenteren met je keuze voor de sokken.“

Henk is onder de indruk van Adriaans mismatch.

De RL dirigeerde ons op originele manier door het Rottegebied, waarbij we de gelijknamige rivier hadden over te steken per hoge brug, alwaar een onwelkome tegenligger sommigen van ons noopte de brug glibberig per voet te doen. Eenmaal allemaal weer in het zadel reden we met de wind in de rug door Oud Verlaat, om vervolgens op de Middelweg het winderige genot vrijbaan en ten volle te proeven. Genietend van zo veel vroege vorm (wind-mee doet rare dingen denken) doken we ter hoogte van de Willem Alexander Roeibaan het fietspad op… en dat hadden we beter niet kunnen doen. Want zo onderdijks rijdend, reden we dwars door Bleiswijkse Plassen die aangelengd met wat uit de dijken gesijpelde modder voor spekglad asfalt had gezorgd. Daar kwam AvH als eerste achter toen hij ‘uit het niets’ onderuit schoof en meters doorgleed door een prutje van water en mod. Op hetzelfde punt werden ook MHo en HS verrast door de gladheid en ook zij tuimelden eerst horizontaal om daarna plat door te glijden tot stilstand. Geschrokken van het onverwachte gebeuren, werd de schade aan mens en materieel opgenomen. Die bleek gelukkig mee te vallen. Behalve wat schaafwerk aan stuurlintjes en een vastgelopen ketting van Marcel, waren er alleen wat beschadigde fietsleggings. Zelfs de olijke sokken van Adriaan waren onaangetast. Evenals de SOW-tenues die – een maliënkolder gelijk – onverwoestbaar blijken te zijn.

Na de val was er opluchting dat het zo relatief goed was afgelopen. Met name de drie nieuwfietsbezitters (TvdH, CvE en TvK) waren dankbaar dat hun fraaie, gloednieuwe karretje niet betrokken was geraakt in al het gekletter en geglij. Adriaan legde onderweg enkelen van ons uit de techniek van goed vallen: “Vooral je laten gaan”, “Laat het gebeuren” en woorden van die strekking.

Via Moerkapelle reden we huiswaarts. Terwijl het al wat begon te schemeren (maar gelukkig hadden we de nagloeiende Koen in ons midden, die tijdens Pasen ‘Kind van het Licht’ had mogen zijn), krikten sommigen in het Bentwoud het dendergehalte wat verder op. Iedereen jonger dan 50 jaar vond elkaar en maakten zich op voor een sprint richting Noordeinde. TvdH kreeg de kolder in zijn hoofd en zocht indrukwekkend genoeg de ’50 km/uur’ op, een dermate hoge snelheid dat CvE, die de leadout wilde verzorgen, er slechts met alle moeite overheen wist te komen. Het pakte goed uit, want ploeggenoot TvK rondde al het voorbereidende werk voorbeeldig af. De rest van de renners meldde zich één voor één op zijn geheel eigen moment bij het punt van de groepshervorming.

Voor een eerste trainingsrit was er groepsbreed uitstekend gepresteerd. Het ging zoals HS na afloop zei “Goed, ja écht goed”. We hopen op weer vele goede kilometers dit seizoen.

SOWeetje

De maliënkolder is een beschermend vest (kolder) dat door soldaten werd gedragen als pantser, vooral als bescherming tegen snijwonden van messen en zwaarden. Deze gevechtskleding is in het 1e millennium v.Chr. uitgevonden, maar waar en wanneer precies is niet bekend. Mogelijk werd de uitvinding onafhankelijk van elkaar gedaan in zowel Europa als Oost-Azië. Het oudst gevonden voorbeeld komt uit een Keltisch vorstengraf uit de 4e eeuw v.Chr., en werd ontdekt bij Ciumeşti (Satu Mare) in Roemenië. De maliënkolder werd door de Romeinen overgenomen in hun wapenrusting.

Tegenwoordig worden voor slagers en andere mensen die beroepshalve veel met messen werken, handschoenen vervaardigd uit roestvast staal die op een vergelijkbare manier zijn opgebouwd als een maliënkolder. Hierbij worden de ringen echter niet dichtgeklonken zoals in de middeleeuwen, maar worden ze dichtgelast. Ook wordt bij de training van politiehonden door het “slachtoffer” soms een maliënkolder gedragen onder de beschermende kleding, en bestaan er zelfs speciale maliënkolders die duikers beschermen tegen haaienbeten. Ook de renners van SOW Boskoop blijken in een (blauwgroen gekleurde) kolder rond te rijden om schade bij een eventuele val te beperken.

De ‘kolder in het hoofd hebben’ heeft met al het bovenstaande niets van doen. In dit verband slaat ‘kolder’ terug op een hersenziekte bij paarden, waarbij de getroffen edele dieren ‘de kolder in het hoofd konden hebben’. Heden ten dage verstaan we onder kolder ‘een vlaag van waanzin’. Ook dat komt in SOW verband natuurlijk wel eens voor, hè Thomas?

Uw verslaggever ter plaatse: Hans van Eck